Mijn nichtje is acht jaar oud en woont op een boerderij in het oosten van Nederland. Als ze in Rotterdam is, doen we er alles aan om plekken te vinden die er op het platteland niet zijn. Etjes Little India in de Vierambachtsstraat bijvoorbeeld. Een winkel met gekleurd plastic wegwerpservies voor feesten, veel hindoebeelden, bloemenslingers, dozen vol rinkelarmbanden, meditatie- en muziekcd’s en alle mogelijke soorten wierook. Bijna alles komt uit India, de klandizie bestaat voor een belangrijk deel uit Hindoestaanse Surinamers. Maar ook anderen weten de winkel te vinden, vertelt de eigenaar: “Ik heb allerlei soorten wierook, en dus komen er heel verschillende mensen hier.” Hij koopt zijn spullen in via de groothandel, soms direct in India en hij merkt dat de prijzen daar stijgen. De economie in India groeit, de koers van de Indiase rupee stijgt en steeds meer Indiers kunnen een redelijk bestaan opbouwen. En zo gaan ook de prijzen in de Vierambachtsstraat omhoog. Etjes Little India is opgenomen in de wereldeconomie. Toch zegt de eigenaar dat hij meer last heeft van de stijgende kosten in Nederland: “Huur, gas en licht, gemeentelijke heffingen, het draaiend houden van zo’n winkel kost steeds meer geld. Personeel aannemen zit er niet in.”
Nichtje staat ondertussen te dansen tussen de schappen – beweegt haar hoofd van de ene naar de andere schouder en dwarrelt met haar hand voor haar ogen. Heeft ze ooit een Bollywoodfilm gezien? Welnee, maar die muziek kent ze wel van streetdance. Iedere vrijdagavond in een zaaltje in Goor.
Inderdaad een hele bijzondere mooie winkel met veel producten en zeer goedkope prijzen
BeantwoordenVerwijderen