donderdag 24 juli 2014

Gastblog: Fallen airmen

Op de begraafplaats in Markelo, Twente, liggen de vliegtuigbemanningen van drie gecrashte bommenwerpers uit de tweede wereldoorlog begraven. Op 4 mei werden zij uitgebreid herdacht, onder andere door een Lancaster bommenwerper uit Engeland enige keren een flypast over de graven te laten maken. De stichting ‘Fallen Airmen Markelo Memorial’ , die de flypast organiseerde, had zes jaar eerder het wrak van een Hercules stermotor uit een Short Sterling bommenwerper geplaatst als monument, op de plek waar in 1943 en dergelijk toestel was neergekomen. De andere twee bij Markelo neergekomen bommenwerpers waren een AVRO Lancaster en een Handley Page Halifax.

Jan Beijering is werktuigbouwkundige, was tijdens zijn dienstplicht reserve officier bij de Koninklijke Luchtmacht en werkte daarna o.a. als Senior Consultant bij TNO Industrie te Apeldoorn. Hij zocht uit wat er in 1943 precies is gebeurd en verbaasde zich over de gigantische aantallen vliegtuigen die er tijdens de tweede wereldoorlog zijn geproduceerd.

Grootschalige bombardementen

Tijdens hun offensieven in 1939 en 1940 voerden de Duitsers terreurbombardementen uit op Warschau en Rotterdam om zo hun tegenstanders tot capitulatie te dwingen. Vanaf september 1940 dreigden ze de slag om Engeland te verliezen. In een poging de bevolking te demoraliseren begonnen ze Britse steden zeer intensief te bombarderen. Tevergeefs, de Nazi’s kregen het luchtruim boven het kanaal niet onder controle en Engeland bleef vrij.
De Britten van hun kant gaven Duitsland vanaf september 1939 tegenvuur met zeer gerichte bombardementen. Aanvankelijk werden alleen militaire en industriële doelen gevisiteerd, later ook steden. In de zomer van 1942 vielen de Verenigde Staten, die vanaf december 1941 bij het conflict betrokken waren, vanuit Engeland en later vanuit Noord Afrika en Italië aan. Vanaf 1943 sloegen Groot Brittannië en Amerika de handen ineen en stelden zij een gezamenlijk actieplan op. De Britten zouden ’s nachts de stedelijke gebieden bombarderen, de Amerikanen namen overdag militaire en economische doelwitten onder vuur. Sommige steden, zoals Hamburg, kregen letterlijk een vuurstorm over zich heen en honderdduizenden burgers bleven dood, gewond of dakloos achter. Bij het leggen van bommentapijten waren tot 1000 vliegtuigen betrokken in een enkele missie. De grootste strategische bombardementen waren Keulen (30-31 mei 1942) Hamburg (24 juli-3 augustus 1943) en Dresden (13-14 februari 1945).
Dat grootschalige is, zeker aan de kant van de geallieerden, heel typerend voor de 2e wereldoorlog geworden. Het had, zoals gezegd, de bedoeling steden volkomen plat te gooien en in vuurzeeën te doen veranderen. Zo wilde men de bevolking murw maken en de vijand op die manier op de knieën krijgen. Ontzagwekkend is de gigantische productie van de aantallen vliegtuigen tijdens de tweede wereldoorlog. Men was in staat om in relatief korte tijd duizenden vliegtuigen te produceren.

De vliegtuigmotor in Markelo

De motor die in Markelo als monument staat opgesteld is vermoedelijk een type 2 van Bristol Hercules uit een Short Stirling MK 1. De Stirlings waren niet al te succesvol in hun operaties omdat ze in het begin al beknot werden op hun spanwijdte, dat zou 112 feet ( ongeveer 34 meter) zijn, maar omdat ze dan niet in de hangars pasten werd het ingekort, daardoor werden ze beperkt in vlieghoogte en vliegafstand. De machine is met zijn zevenkoppige bemanning in 1943 getroffen door de Duitse FLAK (Flugabwehrkanone) en vervolgens door een Messerschmitt jager op grote hoogte in brand geschoten. De opgestelde motor is niet uit één die uit de neergekomen bommenwerper stamt maar is afkomstig van een Short Sterling die in 1941 in Opmeer is neergestort en in 2003 is opgegraven en beschikbaar gesteld door de Aircraft recovery Group uit Heemskerk.

Het 'Markelose' toestel was op 23 juni 1943 opgestegen van Newmarket, 100 Km boven Londen in Engeland om met nog 557 geallieerde bommenwerpers de stad Mülheim in het Ruhrgebied in Duitsland te bombarderen. Nog voordat de bomlading kon worden gelost werd het vliegtuig neergehaald. Uit onderzoek blijkt dat in 1943 de verliezen van de Stirling erg hoog waren, elke missie kostte 10-15 procent verliezen. De verliezen van andere bommenwerpers zoals de AVRO Lancaster en de Handley Page Hallifax (beide voorzien van Rolls Royce Merlin 12 cilinder 27 liter V motoren, waarvan er 150 000 zijn gebouwd, vermogen 1400-1500 PK, zeer betrouwbaar, veel uitvoeringsvormen) waren aanzienlijk geringer.

Bemanningen

Overigens was dat grootschalige bombarderen iets dat volkomen nieuw was. Tot de tweede wereldoorlog bood de luchtvaart voornamelijk luchtsteun bij operaties te land en ter zee. De bemanningen van de bommenwerpers waren veelal jonge jongens tussen de 19 en 22 jaar. Niemand liep in de oorlog meer gevaar dan deze bemanningen. De Verenigde Staten verloren tussen 1942 en 1945 één op de acht jonge mannen die meevlogen, in totaal 26000 man. Veertigduizend raakten die gewond, werden neergeschoten en of krijgsgevangen gemaakt. De Britten verloren 56000 bemanningsleden waarvan de helft in nachtelijke missies. Wie waren deze jongens? In het boek Vliegen, een eeuw luchtvaart van R.G. Grant staat dat de bemanningen aan het begin van de oorlog vaak slecht getraind waren. Afgezien van de piloten bestonden ze vaak uit jonge mannen die bij de luchtmacht waren gegaan om een vak te leren. Ze hadden getekend voor een vliegende functie om het extra salaris. Naarmate de opleidingen beter werden vulde de specialistische kennis van de navigator, marconist, bommenrichter en schutters die van de piloot aan.

De bemanningen waren vaak hechte teams met onderlinge vriendschapsbanden van een unieke kwaliteit. Het vliegen van een zwaar beladen Lancaster of Halifax was geen geringe klus, ijsafzetting was een bron van zorg en het terecht komen in een onweersbui was een nachtmerrie. Vliegen in formatie met bommenwerpers vergde op zich al grote bekwaamheid er was altijd het gevaar van een botsing in de lucht. Ook was er het gevaar om geraakt te worden door een bom die van een hoger vliegend vliegtuig vielen als ze boven het doel waren.

Grootvaders

De grootschalige bommentapijten met adequate vliegtuigen waren typisch voor de tweede wereldoorlog. Nooit meer zijn op een dergelijke schaal bommenwerpers gemaakt en nooit meer zijn er zoveel jonge mannen uit de lucht gehaald. Verder gaande technologische ontwikkelingen leveren steeds meer nauwkeurig te besturen wapens op. Daardoor heeft de aanvallende partij te maken met minder gesneuvelde militairen en vallen er minder burgerslachtoffers vallen. Bombardementen in Irak worden tegenwoordig vaak uitgevoerd met onbemande drones door jonge soldaten die in Amerika zitten, alsof ze games spelen. De vliegers uit de tweede wereldoorlog hadden hun grootvaders kunnen zijn, als ze niet rond hun twintigste gestorven waren. Zeventien van die jonge mannen liggen begraven in Markelo.

Jan Beijering