Posts tonen met het label eten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label eten. Alle posts tonen

maandag 4 juni 2012

Rondje Rotterdam

Vanochtend op Radio Rijnmond: een reportage over De Kwestie 010-020 Tour, speciaal voor Amsterdammers. Gegarandeerd Feyenoordvrij, aldus de gids. Een groep Amsterdamse werknemers van Icelandiar ging afgelopen zaterdag als eerste mee op pad, maar klonk niet erg overtuigd. In Delfshaven zeiden ze: ‘Nu zijn we eens een keer weg uit Amsterdam, lopen we weer langs een gracht.’

Markthal
Het was misschien beter geweest ze mee te nemen naar de Markthal Experience (naast de grote markt aan de Binnenrotte) die eveneens zaterdag geopend werd. Zelfs Vogue bericht er deze maand over. ‘Voedsel is hip en gastronomie is sexy, constateerde Winy Maas van het veelgeprezen Rotterdamse bureau MVRDV een paar jaar geleden.’ Dus bedacht hij een markthal zo groot als een voetbalveld en zo opwindend als de mercat van Barcelona. In de hal komen straten met marktkramen waar ambachtelijke en biologische producten te koop zijn. Op de eerste verdieping restaurants die ’s avonds uitkijken op de lege hal. Om de hal heen worden appartementen gebouwd waarvan de woonkamer en de keuken eveneens uitkijken op de markthal.

Botersloot
Een architectonisch hoogstandje dus, en dat allemaal op de plek waar de stad Rotterdam ooit begon. Voedsel is hier altijd belangrijk geweest. Al in de Middeleeuwen werd de boter op platbodems naar het boterhuis vervoerd, vandaar de straatnaam Botersloot. In 1619 werd de Rotterdamse Vleeshal geopend. Grote gebouwen aan de Botersloot zoals dat van de Spaarbank, het PTT gebouw (nu ouderenhuisvesting) en de oude Gemeentebibliotheek (nu nog Schoolmuseum) werden pas in het begin van de twintigste eeuw neergezet. De markt is er waarschijnlijk al zo lang als er mensen op deze plek wonen. In 2007 begon de gemeente met de herontwikkeling van deze wijk. Mede daardoor zitten er veel kleine winkels en een paar goede lunchplekken in de buurt. Op culinair gebied is hier veel te halen.

West-Kruiskade
Daarom spraken mijn tantes, nichtjes, zus en ik een paar weken geleden af om op culinaire strooptocht te gaan. Allemaal komen ze uit het noorden en oosten van het land en houden ze van koken. Ze waren benieuwd naar wat er in Rotterdam op dat gebied te vinden is. Wat bleek: een dag was nu eigenlijk al te kort om alles te doen wat we wilden doen. Hoogtepunten waren het rabarber-frambozentaartje bij het Vlaams Broodhuys, de enorme hoeveelheid kookspullen die te koop is bij het kookpunt, specialistische winkels zoals het Japans-Koreaanse Kazaguruma, de sfeervolle wijnhandel Platenburg en de lunch in de Groene Passage. Daarna gingen we naar de West-Kruiskade, vanwege de Chinese supermarkt, slagerij Schell die alle nationaliteiten in de stad bedient, en Kondreman, een van de oudste toko’s in Rotterdam. We aten bij Tai Wu aan een van de grote ronde tafels op het podium en voelde ons de keizerlijke familie. Op tafel stond eend, garnalen, gehakballetjes, groente, rijst en ei. Allemaal kleine gerechtjes, alles even lekker.

Onze conclusie? Rotterdam is nu al fijn. Ook voor Amsterdammers.

maandag 24 januari 2011

Eind jaren zestig werd alles anders, ook de dagelijkse boodschappen

Mijn ouders trouwden in december 1963. Allebei waren ze opgegroeid op het platteland, op een boerderij. Mijn moeder zegde haar baan op als hoofd van de keuken in een verzorgingshuis en regelde voortaan alleen nog haar eigen tweepersoons-huishouding in Steenwijk. Ik moest daar aan denken toen ik in een artikel las over Albert Heijn – en hoe handig de supermarktketen inspeelde op de veranderingen in naoorlogs Nederland (Hubert Smeets in NRC, 14 januari 2011).

Wijn
Vanaf 1963 werd de zaterdag een vrije dag, gingen kinderen veel vaker studeren en werd het steeds gewoner om de vakantie in het buitenland door te brengen. Zo kwam ook de camembert uit Frankrijk, de sherry en Rioja uit Spanje en Italiaanse spaghetti de supermarkt in. De oude standsverschillen tussen arbeiders, boeren en buitenlui verdwenen, net zoals de grootste verschillen tussen stad en platteland. Winkelcentra kwamen als paddenstoelen de grond uit en AH wist zich in de meeste daarvan een plek te veroveren.
De welvaart nam dus enorm toe na 1963. En daardoor veranderde het dagelijkse eten en drinken van veel Nederlanders. “Bij ons op de boerderij werd er nooit veel gedronken, eigenlijk alleen met feestdagen en verjaardagen en soms als er geslacht of verhandeld werd," zegt mijn moeder. "Toen we trouwden gaf oma ons een fles port en een fles sherry mee voor in de voorraadkast. Dat hoort er ook bij, zei ze. We deden er heel lang mee.” Nu drinken mijn ouders bijna elke dag een glas wijn.

Verse groente
Kookte mijn moeder anders dan haar moeder?  “Oma kookte ook al goed, modern. Ze was daarvoor op cursus geweest in Emmen.. Traditioneel eten zoals bonen, spek en peulvruchten kregen we niet vaak. Ze liet de groente ook niet urenlang op het fornuis staan zoals veel mensen deden. We aten soms al macaroni en ze kookte veel verse groente die ze zelf verbouwde. Nieuw-Zeelandse spinazie bijvoorbeeld, dat groeide door als je het plukte. Daar experimenteerde ze dan mee.”

In Steenwijk werden de meeste boodschappen nog thuis gebracht. De melkboer kwam dagelijks langs, net zoals de bakker. “Je kende elkaar goed. Ik herinner me dat de bakker langskwam en jij als klein meisje snel naar binnen glipte. ‘Dat doet ze omdat ik haar net een standje heb gegeven. Ze liep aan de overkant van de straat en dat mag vast niet’, zei hij.” In 1964 werd de eerste supermarkt geopend in Steenwijk: een Sparwinkel. “Daar werden we ook klant. We gingen niet weg bij de bakker en de melkboer, maar haalden ook wel dingen bij de Spar. Ik vond dat leuk omdat het nieuw was.”

Internationaal
Albert Heijn heeft er – mede dankzij het huisblad Allerhande voor gezorgd dat de Hollandse keuken veel internationaler werd. Maar bij ons thuis veranderde er niet zoveel. Nieuw was dat we kip van de grill aten en verse vis: altijd op donderdag, als er markt was. Verder aten we macaroni met ui, tomaten en boterhamworst, stamppotten, kapucijners met spek en zilveruitjes, een karbonaadje met sperziebonen, zuurkoolschotel, rode kool met een gehaktbal. Misschien kwam dat omdat we nooit in de buurt van een Albert Heijn woonden. We gingen ook niet ver weg op vakantie. “Die lange ritten met kinderen vonden we niks. En het maakte jullie niet uit of je op de Havelterberg of in Spanje was,” zegt mijn moeder.
Nadat mijn zus en ik uit huis waren zijn mijn ouders wel gaan reizen, met als doel zo snel mogelijk veel van de wereld te zien. In de supermarkten zijn pakjes met smaken uit verre landen een vast onderdeel van het assortiment geworden. Langzamerhand veranderde daarmee ook het eten thuis. (MB)

Voor Reflex hebben we de lessenserie ‘Rotterdam Was’ gemaakt. Een van de lessen gaat over de veranderingen in de jaren zestig: ontzuiling en emancipatie. Rotterdam was… een hippiestad. Van Annie MG Schmidt tot het Kralingen Popfestival. www.rotterdamwas.nl